vrijdag, september 26, 2008

Seks rond het Vogelnest


Matthew Syed is ex-olympisch tafeltennisser en columnist van The Times. Hij schreef een opmerkelijk stuk over seks tijdens de spelen.

Vaak krijg ik de vraag of het olympisch dorp echt het seksfeest is waarvoor het doorgaat. Ik antwoord altijd hetzelfde: wees gerust. Ik speelde mijn eerste wedstrijden tafeltennis op de Spelen in Barcelona van 1992 en ging in die tweeënhalve week meer van bil dan in de rest van mijn leven tot dan toe. Twee keer was dat, wat misschien niet veel lijkt. Maar voor een 21-jarige student met kromme tanden was het een klein mirakel.

Barcelona ging voor velen van ons, olympische maagden, evenveel om seks als om sport. Er waren de adembenemende hostesses om de atleten bij te staan in hun felgele shirts en zwarte rokjes. Er waren de plaatselijke schonen die naar de wedstrijden kwamen kijken. En er waren de duizenden vrouwelijke atleten die gekleed in lycra rond het dorp paradeerden, pronkten en jogden, en meter na meter hun glimmende, afgetrainde, lillende en onvoorstelbaar exotische vlees etaleerden. Vrouwen uit alle landen ter wereld: gespierd, viriel, atletisch en oestrogeen spuiend. Ik was zo vaak in een luststaat dat ik best van mijn stokje had kunnen gaan.



En het waren niet alleen de jongens. Ook de vrouwen leken slaaf van hun hormonen, strooiden gedurfde blikken en explosieve glimlachen in het rond als ging het om confetti. Een pauze of maaltijd was niet volledig zonder ademloze conversatie met een ranke verspringer uit Cuba of een amazoneachtige badmintonspeler uit Zweden, waarbij het wederzijdse verlangen er zo dik op lag dat het bijna komisch werd. Er was wilskracht voor nodig om alles in toom te houden tot de wedstrijden voorbij waren. Maar zodra we uitgeschakeld waren in onze respectieve competities, stortten we ons op elkaar als suïcidale schermers. Hetzelfde gebeurde in Sydney in 2000, mijn tweede Spelen als atleet, en gebeurt ook hier in Peking, waar ik commentator ben.


Een Britse loper zei: "De zwemmers waren eerder klaar, het leek wel een uitbarsting." De zwemmers, inderdaad. Om een of andere reden staat het IOC erop de zwemproeven te bundelen aan het begin van de Spelen, met als onvermijdelijk gevolg dat het watervolkje vroeger dan alle anderen - en ik bedoel: seksueel - van leer trekt. Er is een beroemd verhaal over Seoel 1988. Er lagen in de nacht na het einde van de wedstrijden zoveel gebruikte condooms op het dakterras van het gebouw waar het Britse team verbleef dat de British Olympic Association een reglement uitvaardigde dat alle openluchtseks verbood. Hier in Peking beseffen de organisatoren dat zulke regels ongeveer even effectief zijn als een verbod op ademen. Ze hebben duizenden gratis condooms aan de atleten uitgedeeld.

Het roept een vraag op, misschien wel meer. Waar komt die haard van seksuele energie vandaan? Of, om het anders te formuleren, waarom hebben sportmannen en -vrouwen zo'n explosief libido? Ik suggereer zeker niet dat elke atleet in Peking het doet. Maar 99 procent wel.

Eén mogelijke verklaring heeft te maken met het feit dat olympische atleten een onnatuurlijke (en, het moet gezegd, totaal ongezonde) dosis zelfdiscipline aan de dag moeten leggen in de opbouw naar grote wedstrijden. Hoe kan de ontlading zich anders manifesteren dan met een vulkanische uitbarsting van opgekropt hedonisme? Het is een vertrouwd gezicht, net uitgeschakelde atleten die Magnums en McDonald's schrokken, alcohol achterover kappen en, uiteraard, poepen als konijnen. Soms de drie tegelijk.

Toch is dat maar een deel van de verklaring, want de meeste atleten die ik ken hebben er voor en tijdens de wedstrijd al net zoveel zin in als direct erna. Het lijkt alsof sportmannen en -vrouwen een hoger basisgehalte seksuele energie hebben. Maar waarom? Is het mogelijk dat een van de onderliggende drijfveren van sportieve grootheid precies hetzelfde ding is dat een overactieve sekshonger teweegbrengt?


Als dat zo is, kun je je olympische accreditatie erop verwedden dat er testosteron bij betrokken is. Testosteron is het hormoon dat verantwoordelijk is voor vele van de verschillen tussen de seksen en is ook een cruciale fysiologische aandrijver van agressie, competitiviteit en viriliteit. Dat geldt vooral voor vrouwen. Het dubbele effect van testosteron op vrouwelijke sportprestaties en seksualiteit kwam tot uiting tijdens de door de staat gesponsorde dopingprogramma's in Oost-Duitsland. Een gemiddeld meisje produceert in haar tienerjaren ongeveer een halve milligram testosteron per dag. Halverwege de jaren tachtig werden Oost-Duitse vrouwelijke atleten gedopeerd met ongeveer 30 milligram androgene steroïden per dag. Het effect ervan op de sportprestaties was verbijsterend, maar ze hadden ook een libido (volgens getuigenissen van de atleten zelf) dat niet meer beheersbaar was.


Daarmee beweer ik niet dat de atleten in het dorp allemaal aan de steroïden zijn, of dat hoge testosteronwaarden altijd leiden tot veel seks. Ik beweer alleen dat hogere natuurlijke testosteronwaarden bij beide geslachten een sterke verklaring bieden voor de combinatie van sportieve uitmuntendheid en seksuele potentie.

Betekenisvol is volgens mij ook dat het dorp zich voor vele atleten op duizenden kilometers van huis bevindt. De oude mantra 'wat op reis gebeurt, blijft op reis' is nog altijd springlevend, en niet alleen in de sport. Er zit iets diep in de mensheid ingebakken waardoor we volgens andere regels spelen als we de stad uit zijn, een fenomeen dat blijken van verschrikkelijke onmenselijkheid heeft voortgebracht. Toegepast op seks betekent dat eenvoudigweg dat mensen met een relatie de grenzen van de trouw en eerlijkheid die de menselijke monogamie schragen niet langer erkennen, of op zijn minst negeren.


En er zit ook een darwinistische component aan. Wetenschappers hebben bijvoorbeeld gemeten hoe de mannelijke vruchtbaarheid varieert afhankelijk van de afstand tot zijn partner. En raad eens? Volgens een rapport in het tijdschrift Personality and Individual Differences verdubbelt de hoeveelheid zaadcellen van een man als hij vaak van huis weg is - van 389 miljoen zaadcellen per ejaculatie tot 712 miljoen. Wat, en u zult het met me eens zijn, behoorlijk wat extra zaad is.

Volgens mij creëert een combinatie van die factoren de explosieve seksuele cocktail binnen de streng bewaakte perimeter van het olympisch dorp. Niet dat dat slecht is. Ik heb seksuele promiscuïteit altijd beschouwd als een elementair mensenrecht, ook al is het geen wondermiddel voor geluk of wat dan ook. Natuurlijk is het zo dat sommige atleten zich onthouden of het zelfs afkeuren. Maar één ding is zeker: ze zullen nooit meer in een oord als het olympisch dorp komen. Toch niet tot Londen 2012.

Bron: De Morgen 25/08/08

Geen opmerkingen: