donderdag, februari 07, 2008

Louis Paul Boon: kunstenaar en pornograaf


De weigering van CD&V’er Ludo Helsen om de naaktfoto’s uit de Feminatheek van Louis Paul Boon (foto) te exposeren in Antwerpen deed al heel wat inkt vloeien en websites vollopen. Koen Calliauw deed op Indymedia zijn duit in het zakje.

Boon verzamelde zijn 24.000 foto’s tussen 1954 en 1979. Geobsedeerd en quasi wetenschappelijk. Hij had rubrieken. Een greep hier uit: “Heet kindvrouwtje”, “De Engeltjes”, “De muis”, “Het ondergoed”,… Hij verzamelde honderden subcategorieën in sigarendoosjes. Zoals: “Het opstropen der kousen”. En naar de vorm der borsten: “De kleine scherpe”, “De volle ronde met scherpe tepel en donkere nimbus”. Voorwaar een specialist. Zelf zei hij hier over: “Het is leuker dan pijpen en paraplu’s uit alle landen van Europa bijeen te brengen”. De vrouwen in zijn collectie geven een uiteindelijk nogal preuts tijdsbeeld. Ze hadden toen wel allemaal haar op hun kut. Boon begon te schrijven toen hij nog zijn kost verdiende als gevelschilder. Hij was ook kunstschilder. Iets later in de veertiger jaren werkte hij als redacteur bij het communistische “De Rode Vaan”, toen nog een dagblad. Ook ik werkte daar jaren, een weekblad dan, in de zestiger en zeventiger jaren. Mijn oudere collega’s beweerden dat ik aan het bureau van Boon zat en zijn “Remington”, een schrijfmachine die terecht “machine heet, gebruikte. Boon was daar niet echt gelukkig. Wat in zijn hoofd spookte correspondeerde niet zo best met de Marxistisch Leninistische ideologie van toen. Ik begrijp dat. Op die KP krant doken wel meer journalisten op die er maar “half ze gat” bij hoorden. Toen ik er werkte kende vele linotypisten en letterzetters invormers aan “de steen”, “de Louis” nog. Een Aalsterse arbeider onder de arbeiders en zelfverklaarde “viezentist”. Een “geniale arbeider”.

Deze “viezentist” schreef een oeuvre bij elkaar dat meer dan dat van de “bourgeois” Hugo Claus de Nobelprijs voor literatuur verdiende. In het schone katholieke Vlaanderen van toen, waar het nog krioelde van omhooggevallen schoolmeester met baard zonder moustache, à la Ludo Helsen, werd “Boontje” door de literatuur kenners meewarig bekeken. Litteraire monumenten als “De Kapellekensbaan” “De voorstad groeit”, “Zomer te Ter-Muren”, “Het nieuwe onkruid”, “Mijn kleine oorlog” zinden de literatuur pausen niet. Zijn boeken werden gesaboteerd en verkochten slecht. Boon ging voor decennia bij het socialistische dagblad Vooruit werken, waar hij dagelijks zijn “Boontjes” als mini columns publiceerde.

Louis Paul Boon was een zeer bewuste linkse socialist met anarchistische trekjes. Een individualist die solidair bleef met de werkende mensen in de volkswijken van zijn Aalst. Hij had een grote belangstelling voor seks, erotiek, porno en begreep het belang hier van voor mensen die eeuwenlang door het Christendom met een diepgeworteld zondebesef opgezadeld waren. Om de Vlaamse literatuur pausen “te kloten” en omdat erotiek bij het volle leven hoort, publiceerde hij in 1972 bij “De Arbeiderspers” het pornografische verhaal “Mieke Maaikes obscene jeugd”. Bij dezelfde uitgeverij was een jaar eerder, in 1971, “Priester Daens” verschenen. Een succes en weldenkend Vlaanderen zag de verloren zoon al naar de stal terug keren. Dat was buiten deze gevelschilder gerekend. Hij smeet weldenkend Vlaanderen Mieke Maaike in de smoel.

Louis Paul Boon was geobsedeerd door de kracht van vrouwen. Door hun persoonlijkheid en seksuele energie, waarbij het pietje van een man maar bleek afsteekt. Desondanks menen massa’s mannen dat de wereld rond hun lul draait en vrouwen dol te krijgen zijn door die keihard en voor een liefst zo kort mogelijke tijd op en neer te bewegen, zonder enig benul hoe ze hun ejaculatie kunnen controleren. Het orgasme van een man betekend niets in vergelijking met de meerdere orgasmes van een vrouw. Darwin zal dat in zijn evolutieleer kunnen verklaren. Vrouwen zijn de “sterkste” en het is geen fabeltje dat doorheen de voortschrijdende evolutie een moment kan bereikt worden waarin de man als overbodig verdwijnt, zoals zovele diersoorten voor hem. Boon begreep vrouwen en had er respect voor. Dat blijkt uit zijn werken, dat blijkt uit zijn “Fenomenale Feminateek” die aldus een belangrijke achtergrond biedt voor het werk en denken van deze grote schrijver en “viezentist”. Boon was een feminist in een periode dat met ondermeer “Dolle Mina” vrouwelijke preutsheid verdween. Weg met de knellende BH’ s, vrouwen eisten porno voor vrouwen. En schreven er.

Maar terug naar “Mieke Maaikes obscene jeugd” en “student Stijvekleut” met zijn proefschrift. Over de amper twaalfjarige Mieke Maaike: “ Bijna nooit werpt ze alles weg, ze behoudt nu eens haar te korte witte kleedje, dan d’ r kousen en schoenen, en eens blijft ze zelfs een hoerebroekje met wijde split dragen. Het is steeds iets van niets, een lintje, een strikje, een paar hoge laarsjes, een vleugje verf, en daartussen zien we d’ r muis, niet als deze van een dier, maar als deze van het meisje dat we dagelijks in de straat ontmoeten, en dat we dan nakijken kunnen, al denkend…”.

Niet als deze van een dier, maar als deze van het meisje uit de straat… De “muis” als trots vrouwelijk wapen. In vele werken van Boon komen die meisjes voor, als fabrieksmeisjes, als meisjes uit de volkskroegen, meisjes in kroostrijke gezinnen waar kinderen in één bed slapen, hoertjes… Zijn werk is verwant aan het naturalisme van de socialistische schrijver Piet Van Aken (1920-1984) uit de Antwerpse Rupelstreek (Boom, Willebroek ) met haar steenbakkerijen waar jonge fabrieksmeisjes op hun eerste werkdag door de ploegbaas ontmaagd werden. (“Klinkaart” – 1954). Voor Boon was een vrouw, een meisje, geen dier. Met zijn 24.000 foto’s in zijn “Fenomenale Feminateek” trachtte hij dat beter te begrijpen. Voor Boon had een vrouw recht op een eigen leven, niet als slavin van de man. In “Mieke Maaikes obscene jeugd” toont hij een twaalfjarig, sterk “loeder” waarvoor volwassen mannen knielen. Een meisje dat ongeremd “neemt” en siddert van genot. Dat is respect hebben. Wanneer Mieke Maaike ouder wordt en beïnvloedt wordt door de “normen en waarden” neemt die kracht af en gaat zij knielen. Je leest hoe Boon dat betreurd en er zich woedend om maakt. Mieke Maaike wordt volwassen, de kerk doet haar werk en de jonge vrouw is klaar om te koken en te baren. Het “loeder” wordt een slet.

Mieke Maaike is van een ander kaliber dan “Lolita” van Vladimir Nabokov (1955). Ook Nabokov beschrijft de relatie van een oudere man met een dertienjarig meisje. Men kan “Lolita” geen pornografie noemen. De “dader”, die zich moet verantwoorden, doet dat in een toon van zelfaanklacht en verdediging. De stijl is subtiel. “Lolita” werd dan ook snel in brede kring aanvaard. Maar ook Lolita is een zelfbewuste jonge vrouw. Boon verontschuldigt zich niet (of het moest in de hilarische “thesis” van Steivekleut zijn ), maar valt een hypocriete maatschappij aan waar seksualiteit en jongeren een taboe was. Pas tien jaar voor “Mieke Maaikes obscene jeugd” publiceerde Jos Van Ussel, gesteund door Jaap Kruithof, “Jeugd voor de muur”. Een boek dat het opnam voor het recht op seksualiteit van jongeren en masturberen niet als “hersenverwekende” doodzonde omschreef. Het Vlaams kot was te klein…

“Viezentist” ? Hij had dat cynisme nodig om recht op te blijven staan, onze gevelschilder uit Aalst. Terwijl mijnheer pastoor in het geniep zijn misdienaartje neukte, schreef Boon wereldliteratuur en knipte “vieze prentjes” uit de boekskes. Wie nu deze verzameling ziet, vraagt zich af of vice-gouverneur Helsen en zijn geestesgenoten wel goed bij hun hoofd zijn. De schrijver Stefan Brijs weet het. Hij weigert uit protest de “Provinciale prijs voor Letterkunde” en stuurt de 2.480 euro terug naar “viezentist” Ludo Helsen.

Om het af te leren. Een paar citaten uit “Mieke Maaikes obscene jeugd”, niet door Steivekleut ,maar van het meisje gezien door de ogen van Boon. De bijna twaalfjarige is in een kamer met de paps van haar vriendinnetje. Er zal een optocht door de straat trekken ( carnaval in Aalst ? ). Ze heeft bewust en te kort kleedje aan en draagt geen broekje. Ze buigt zich voorover door het raam om naar de stoet te kijken. Ze toont haar kont… En ze weet het.

“Ik boog me nog wat dieper uit het raam naar buiten en zette de benen wat open om meer steun en zo te krijgen. Zo kon hij niet alleen me kont maar ook nog, als hij wou, me kutje zien dat als een gebarsten perzik met dons bezet was geraakt. (…) Ik voelde z’n hand onder me rokje glijden, zorg ervoor dragend niet al te brutaal op te treden, want zo was hij, die vriendelijke man. Hij legde gewoon, bijna alsof het bij toeval gebeurde, de hand tegen me bil aan, en liet ze daar rusten. (…) Z’ n hand gleed hoger en bevoelde de ronding van me kont, eerst nog voorzichtig genoeg, dan de beide handen van me volle maan bevingerend en betastend, haast als een ruimtevaarder die d’ r geland was. (…) Met de vinger volgde hij me reet, tussen de beide halve bollen in. Hij taste me hele reet af, bleef aan het strontholletje haperen en streelde daar een hele poos het voor hem misschien lieflijk aanvoelend grotje. (…) En opnieuw alsof het toevallig was. Hij haalde de vinger van me strontholletje weg en nam schroomvallig, zoals mevrouw Courths-Mahler zegt, me muisje in de hand. Hij omvatte het helemaal, hij kneep er even in. En daar ik nog steeds geen protesten uitte, opende hij me schaamlipjes, bevochtigde z’n vingers eraan, en terwijl zijn wijsvinger me knobbeltje – student Steivekleut noemt het de clitoris, maar meisjes zelf noemen het “me dief” – wreef, wrong z’n duim aarzelend de mond van me muis binnen. (…) Ach, stilaan naderde ik het ogenblik waarin men geen weerstand bieden kan of wil. Ik hijgde. Me prille borstjes gingen op en neer in me kleedje en met niets ziende ogen keek ik de straat in, naar de historische stoet of wat het ook weer was. (…) Me muis werd voor de allereerste keer afgespeeld en ik voelde hoe ik de eindmeet naderen zou. Ik spande me buikspieren op en steunde krampachtig tegen de vensterbank. M’ n hijgen ging onbewust over in het uitstoten van dierlijke kreetjes. (…) Ik raakte niet verder meer, een laatste rilling doorliep me. Ik schreeuwde nog iets onverstaanbaars en me geil spoot over z’n hand, in zo grote hoeveelheid dat het bijna een plasje werd aan me voeten. Het leek erop of ik me bepist had”.

Het volledige artikel van Koen Calliauw vind je hier

Geen opmerkingen: